Doelen en resultaten. Daar draait het vandaag de dag vaak om in het onderwijs en de hulpverlening. De werkdruk is hoog en daarom moeten onze gesprekken met kinderen en ouders efficiënt en oplossingsgericht zijn. Die oplossings- en resultaatgerichte benadering blijkt ons echter niet altijd het inzicht te geven waar we naar op zoek zijn: welke thematiek is er bij leerlingen en hun gezin van herkomst werkelijk aan de orde?
Met onze snelheid en efficiëntie traceren we niet automatisch een hulpvraag. Daarvoor is meer nodig. Hoe kunnen we erachter komen wat er in leerlingen omgaat en verstaan wat zij werkelijk bedoelen te communiceren? Hiervoor zullen we oor en oog moeten hebben voor dat wat achter hun taal en gedrag verborgen ligt. Pas dan komen we bij dieperliggende verlangens en gevoelens. Om efficiënt te communiceren zullen we ook moeten ontdekken wat er onder de oppervlakte gebeurt.
Het gaat bij communicatie om een groot aantal verschillende elementen. In de begeleiding op school komen horen, zien en zwijgen veel aan bod. Het zijn de hoofdbestanddelen van effectieve communicatie. We werken ze uit omdat ze onmisbaar zijn in de leerlingbegeleiding.
In de taal die leerlingen spreken, is veel meer te horen dan er letterlijk gezegd wordt. In wat zij ons tonen in gelaatsuitdrukking en lichaamstaal is te zien wat ze denken en voelen, ook al wordt dat niet uitgesproken. In stilte en zwijgen kan veel gecommuniceerd worden. Door op deze manier verdieping te zoeken in horen, zien en zwijgen kan in ontmoeting de taal achter de taal duidelijk worden. We introduceren hiervoor het begrip ‘achtertaal’.
De achtertaal kan een bijdrage leveren aan het werkelijk verstaan van elkaar. Als we elkaar van hart tot hart ontmoeten, ontstaat er contact op dieper niveau. En dat kan uitmonden in een dialoog. Een dialoog is meer dan een tweegesprek. Het is communicatie waarin je elkaar werkelijk hoort en ziet en respect hebt voor elkaars eigenheid. We doen elkaar zo recht en voelen ons recht gedaan. Het uiteindelijke resultaat van de dialoog binnen het onderwijs is dat leerlingen en ouders zich gehoord en begrepen voelen. Een eventueel hulptraject kan makkelijker worden ingezet en sneller het gewenste resultaat opleveren. Kinderen kunnen hierdoor beter tot leren komen.
De dialoog ontstaat niet zomaar en is niet af te dwingen of in gang te zetten. Je kunt wel randvoorwaarden scheppen om hem de ruimte te geven te ontstaan. Er is in de ontmoeting bijvoorbeeld geen versnelling, maar juist vertraging nodig. Deze vertraging maakt vervolgens versnelling in het (hulpverlenings)proces mogelijk. Essentieel zijn aandacht, opmerkzaamheid, tijd, timing en een onbevooroordeelde houding.
Over het belang van het horen: welk dieperliggend verhaal ligt achter woorden, metaforen en associaties? Wat is de kracht van woorden, zowel in positieve als negatieve zin?
Dan het zien. Met je ogen neem je de lichaamstaal van de ander waar. Hoe filter je waarnemingen en trek je conclusies? Hoe kun je je eigen lichaamstaal bewust inzetten en je ogen gebruiken als stuurmiddel.
Tot slot het zwijgen. Niks zeggen is een wijze van communiceren. Het zwijgen van de een kan constructief ruimte bieden aan de ander. Maar hoe zit dat? Wat zit er achter het stilzwijgen van je gesprekspartner?
Dit horen, zien en zwijgen wordt uitgebreid behandeld in het boek ‘Horen, Zien & Zwijgen; Effectief communiceren’ van Dona Dijkema, Pieter Jansen en Wil van Mulligen.