KNERTEN IN DE KLAS

In de lessen biologie komen verschillende onderwerpen aan de orde. Van seksuele voorlichting tot de interactie tussen olifanten en leeuwen op de Serengeti. Van de structuur van DNA tot het menselijke afweersysteem. Biologie gaat over onszelf, over de natuur, over het leven op aarde. 

 

Zo ook over hoe wij als mensen dat leven in proberen te delen. Eén van de kernconcepten daarin is de definitie van het begrip ‘soort’. Wij leren onze leerlingen dat twee individuen tot dezelfde soort worden gerekend als zij samen vruchtbare nakomelingen kunnen produceren. In theorie. Want alle hondenrassen behoren in principe tot dezelfde soort. Toch is het onwaarschijnlijk dat een Deense dog nakomelingen zal verwekken bij een Chihuahua. Een paard en een ezel worden tot twee aparte soorten gerekend. Maar je kunt ze wel kruisen. Je krijgt dan een muilezel of een muildier. Maar die zijn onvruchtbaar. En ook de kruising van verschillende diersoorten in gevangenschap heeft al eens geleid tot vreemde combinaties. Denk aan de kruising van een leeuw en een tijger. Nakomelingen worden ‘teeuw’ of ‘lijger’ genoemd, afhankelijk van of de moeder een leeuw of een tijger was. In de klas doet de ‘scheit’ het ook altijd goed. Dat is de kruising tussen een schaap en een geit. 

 

Ik ben een leraar die houdt van een dolletje. Lachen is belangrijk in mijn klas. Ik houd leerlingen ook graag voor de gek. Vandaar dat ik in mijn uitleg over soorten en vreemde kruisingen die kunnen ontstaan, graag mag vertellen over een heel bijzondere diersoort. De ‘knert’. De knert is een kruising tussen een konijn en een hert. Het dier ziet eruit als een konijn met een gewei. Uiteraard een sprookje. Maar op internet doen de mooiste verhalen de ronde. Knerten zouden zijn ontstaan na de nucleaire ramp in Tsjernobyl in 1986. De kernramp zorgde ervoor dat konijnen muteerden tot knerten, omdat ze de radioactieve ontlasting van herten hadden gegeten. 

 

Leerlingen reageren - terecht - altijd met argwaan op dit verhaal. Maar nadat ik ze dan vertel dat ze het maar even op internet moeten opzoeken, zijn ze toch vaak overtuigd. Sommigen blijven kritisch. Zo dacht een jongen in havo 4 - laten we hem Tom noemen - eens slim te zijn. Ik had een nieuwe stagiair en die werd door Tom meteen aan de vraag onderworpen wat knerten nou eigenlijk zijn. Tot mijn grote tevredenheid antwoordde de stagiair met een stalen gezicht dat dat een kruising is tussen een konijn en een hert. En dat je die vooral kunt vinden in Oost-Europa. Daarop stootte Tom zijn buurjongen aan en riep: ‘Had meneer Blankers toch gelijk!’

Nog mooier werd het toen ik weken later aan leerlingen het nestgedrag van spreeuwen uit moest leggen. Een meisje stak haar vinger op en stelde heel oprecht de vraag: ‘Meneer, een spreeuw. Is dat dan een kruising tussen een specht en een meeuw?’ Toen had ik het even niet meer. Wat een prachtberoep zeg, leraar zijn.

 

Door Piet Blankers uit het boek ‘Hoera, ik sta voor de klas’.