VOOR AAP STAAN

Ik heb groep 3,4 gekregen. Een spannende klus. 26 kinderen die onder andere druk bezig zijn met het lees- en schrijfproces.

 

Door Marcel van Herpen

 

Ik ken de fasen uit mijn hoofd. De lees-schrijf-hoek is aardig ingericht. Zelfs voor de kinderen waarbij het ‘natuurlijk leesproces’ niet op gang komt, heb ik goed gestructureerd materiaal.

Eigenlijk zie ik bij alle kinderen al vorderingen nu we zo’n twee maanden bezig zijn. Behalve bij Bart. Bart is een gezellige jongen van zes jaar. Hij voetbalt graag en is misschien wel daarom graag buiten. Binnen zegt hij slimme dingen, maar lezen blijft ‘hangen en wurgen’. Hij kent de letters wel en leest enkele woordjes. Maar het gaat niet van harte. Schrijven is helemaal niet favoriet. Zeer creatief is Bart als het gaat om redenen waarom hij nu eigenlijk niet hoeft te schrijven.

In het weekend ben ik op een prachtige poster gestuit. Een plaat van een aap die als doelman verkleed tegen een goalpaal leunt. De klas werkt. Ik heb met Bart zijn contractbrief nog niet besproken. In no-time plak ik de poster op de deur en hang er een kaartje op met: ‘Dit is Bart’. Ik verlaat de klas, sluit de deur en ga koffie drinken.

Alsof ik Bart door de deur heen kan zien, geniet ik al van

zijn mogelijke reactie. Na zo’n tien minuten houd ik het niet meer uit. Ik loop de klas in. Iedereen zit op een bijzondere manier ‘rustig’ te werken. Zonder om te kijken sluit ik de deur achter me. Bart heeft een rood aangelopen hoofd dat boven de rekenkast uitkomt. Krachtig wijst hij naar de deur achter me. Ik draai me om en lees onder luid gejoel, applaus en gelach de teksten op meer dan twintig kaartjes.

Vele verschillende handschriften maken vrijelijke vergelijkingen. Ik herken het handschrift van Bart. Hij vindt echt dat ik die aap ben. En ik denk dat Bart vandaag even met plezier geschreven heeft. 

Ik weet wel dat ‘egt’ met ch moet, maar dat vertel ik hem

morgen (op zijn vroegst).

 

Dit verhaal en vele andere ervaringen van leraren in het primair en secundair onderwijs zijn te vinden in het boek Hoera, ik sta voor de klas.